Na twee decennia zal Google Analytics - zoals we het vandaag kennen - drastisch veranderen. Maak kennis met het nieuwe, event-driven model en neem afscheid van de bounce rate. Google is al een tijdje bezig met deze update. Sinds juli 2019 kan het systeem in grote lijnen getest worden onder de naam ‘App + Web’-bèta. Dit testsysteem is nu geëvolueerd tot Google Analytics 4 en het wordt de nieuwe standaardversie. Iedereen zal er mee moeten leren werken want ooit – nog niet in de nabije toekomst – zal de ‘oude’ versie, genaamd Google Analytics Universal, verdwijnen.
In dit artikel bespreken we waar het oude platform tekort kwam en welke veranderingen GA4 bevat: het event-driven datamodel, de cross-platform werking, de automatische doelgroepbepaling en de nieuwe indeling. We gaan ook dieper in op wat je nu juist moet doen met je huidige Analytics.
De grootste verandering is ongetwijfeld de omschakeling in de manier waarop Google gegevens zal meten. Google Analytics 4 draait op een event-gedreven manier, terwijl er voorheen sessies (zoals paginabezoeken) gemeten werden en geen acties. Deze nieuwe manier van meten plaatst acties in een flow. Deze acties kunnen scrolls, clicks, ingevulde formulieren,.. zijn. Aan die events voeg je parameters toe die je dan extra informatie kunnen bezorgen over de gebruiker of actie.
Een relevante verandering omdat we meer en meer applicaties gebruiken en er meer single page sites zijn. Apps laden vaak geen aparte pagina’s. Tot nu toe lag de focus vooral op pagina doorstroom en sessies. Nu zullen we eerder de nieuwe gebruikservaringen meten. De parameters zorgen ook voor meer vrijheid voor de analist.
Zoals hierboven gezegd wordt er aan die gebeurtenissen extra data gekoppeld via parameters. Dit zijn aanvullende gegevens over de actie en/of de gebruiker. Er worden door Google zelf automatisch enkele parameters meegegeven aan een event, maar je kan ook zelf parameters instellen. Je kan deze twee soorten – custom tags en automatic tags – combineren maar je mag maximaal 25 tags per event hebben. Google maakte een lijstje met de automatic tags die je kan ingeven. Als je deze lijst juist gebruikt spaar je behoorlijk wat tijd uit. Een ander groot voordeel is dat je deze tags kan instellen in Google Analytics zelf en niet langer via Tag Manager hoeft te werken.
De bounce rate was lang dé engagementrate metric bij uitstek. We wisten al langer dat deze metric soms een vertekend beeld geeft want op de meeste websites kan een gebruiker een succesvol bezoek hebben en nog steeds bouncen. Je zoekt bijvoorbeeld het antwoord op een vraag, je vindt het antwoord op de juiste pagina en nadien klik je meteen weer weg. Je hebt geen slechte ervaring gehad op de pagina maar toch tellen we het aantal bounces. Bovendien is het geen goede metric meer voor het meten van applicaties, one page sites,…
In Google Analytics 4 meten we het engagement door ‘Engaged sessions’.
We gebruiken allemaal veel meer verschillende devices en platformen dan vroeger het geval was. Er wordt dus data verzameld via verschillende kanalen. Denk maar aan applicaties, websites, webshops, games,… Je zal de verschillende databronnen kunnen koppelen en laten samenkomen in Analytics. Zo kan je cross-platfrom campagnes meten en heb je een realistisch en volledig beeld van álle cijfers.
Google Analytics 4 maakt het makkelijker om doelgroepen te maken op basis van wat gebruikers op je site hebben gedaan. Op basis van de verzamelde gegevens kun je binnenkort bijvoorbeeld bezoekers automatisch laten groeperen in mensen die waarschijnlijk binnen de x dagen terugkeren naar je website. Dat maakt het mogelijk om je customer journey nog beter te analyseren.
In Google Universal Analytics-properties werden de gegevens gerangschikt in vooraf gedefinieerde rapporten zoals een gedragsstroomrapport, een geografisch rapport, een aquisitierapport,… Deze rapporten kon je allemaal in de linkerkolom zien en ze gaven jou waardevolle inzichten. Door de jaren heen kwamen er meer en meer functies en rapporten bij en was het moeilijk om een overzicht te behouden.
Rapportages in GA4-properties zullen eenvoudiger zijn. Je ziet geen lange lijst met vooraf gedefinieerde rapporten voor elke mogelijke toepassing meer, maar slechts een paar overzichtsrapporten. Elk rapport gaat in op één inzicht over jouw organisatie. Als je een rapport verder wil uitdiepen, selecteer je andere dimensies en statistieken en kan je alles verslepen en samenzetten. Je kan gegevens ook eenvoudig filteren, segmenteren, sorteren en herstructureren.
De insteek van Google is om gemakkelijker nieuwe inzichten te verwerven met de nieuwe manier van rapporteren.
Het vertrouwde Universal Analytics blijft nog wel een poosje actief. Toch raden we aan om zo snel mogelijk de ‘nieuwe’ Google Analytics te installeren. Zo kan je al data beginnen verzamelen en een historiek opbouwen. Het kan geen kwaad om tijdelijk twee versies actief te gebruiken. Een kleine kanttekening: Google Analytics 4 staat nog niet volledig op punt. Nog een reden om beide systemen naast elkaar te laten lopen. De nieuwe inzichten die je kan verwerven maakt deze aanpassing zeker waard, op voorwaarde dat je alles goed interpreteert.
Waar Google minder goed in is, is het meegeven van handleidingen. Onze digital marketeer stelt jouw nieuwe account juist in, leert je de nieuwe features kennen en maakt je wegwijs in de nieuwe interface.